De klok en de klepel.

Ik heb de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt, tenminste nog steeds niet precies. Ik moet op zoek naar een andere versie van mezelf, en dat is veel makkelijker gezegd dan gedaan want hoe doe ik dat dan en wat heb ik daarvoor nodig? 


Als je me vraag of ik rust wil zeg ik ‘ja’ en dat is dan een ‘ja’ om me te kunnen richten op mijn toekomst, om zonder druk - moeten, moeten, moeten - eens uit te kunnen vogelen hoe ik het moet gaan doen, om eens te kunnen ontdekken hoe mijn nieuwe versie nu is, wanneer ik kennis met haar mag maken en wanneer ik haar kan omarmen. Net als in dat spelletje …’Wie ben ik’ waarvan het doel is om zo snel mogelijk te raden wie de ander is … en die ander, dat is dan mijn andere ik. 


Inmiddels ben ik er wel achter dat het spelletje niet snel gespeeld is en dat het lang duurt voor ik haar helder heb en haar kan omarmen, misschien …want doe dat maar eens even. Toch zit er ook een behoorlijke ‘nee’  in die rust: Rust gaat voor mij niet om niets doen, rust gaat niet over op de bank zitten, rust gaat niet over inactief zijn … Het is dus ook maar net hoe rust geïnterpreteerd wordt. 


Voor mij gaat het om rust in mijn bovenkamer en dus ‘ja’… ik wil rust; omdat ik ervaren heb dat druk in mijn hoofd niet helpend is, me emotioneel maakt en mij laat handelen vanuit mijn gedachten, dan neemt mijn hoofd de overhand en kan ik niet meer luisteren naar mijn gevoel, dus ga ik over mijn grenzen; niet een beetje maar mijlenver. 


Dus ‘ja’ ik wil rust; rust in mijn hersenpan die nog steeds - en soms steeds meer - lijkt op de snelkookpan van mijn oma; als de druk te hoog wordt knalt de deksel eraf. Een hogedrukpan is zuinig met energie maar die van mij heeft een storing … die vreet energie. Ik weet niet precies hoe het zit, ik kan wel bedenken dat het niet goed voor me is maar kan er niet naar handelen, om de simpele reden dat ik het nooit geleerd heb, nooit heb hoeven leren waar mijn grenzen liggen dus ga ik er nu structureel overheen en voel ik ze vaak pas achteraf. 


Op deze manier wil en kan ik niet verder: Als er niets verandert, ik niet weet hoe het wel kan en blijf handelen vanuit mijn hoofd, ik niet leer welke stappen ik kan zetten, ik niet duidelijk heb waar ik energie lek en hoe ik mijn energie verdeel dan gebeurt het telkens opnieuw: schouders eronder, tandje erbij en vervolgens afknappen bij de enkels en mezelf totaal verliezen. 


Is dat angst? Is dat psychisch? Is dat ontbrekend vertrouwend in mezelf? Misschien is het dat wel allemaal … het ís niet fijn om compleet af te knappen, het ís niet fijn niet te weten waar je grenzen liggen, het ís niet fijn om steeds weer teleurgesteld te worden en het deksel op het neus te krijgen of van een koude kermis thuis te komen dus help me dan alsjeblieft om die stappen wél te kunnen maken. Ik zal de laatste zijn om te ontkennen dat ik ook mentaal een flinke tik gehad heb. Wat het met me gedaan heeft? Het raakt aan de voortdurende teleurstellingen, aan alle twijfels; het knabbelt aan die rauwe randjes van mijn verdriet en het doet pijn, ongelooflijk veel pijn en toch ben ik nog steeds sterk, beresterk en ga ik het wel redden. 


Dus wil ik rust? Ja, om daarna vanuit die rust in beweging te komen want als ik blijf doen zoals ik altijd deed, krijg ik wat ik altijd kreeg … 

Reacties

Populaire posts