Vive la France! … of toch niet?

Al maanden van tevoren verheugde ik me op onze vakantie, Frankrijk! Ons favoriete vakantieland. Ik wist ook dat de voorbereiding het nodige van me vroeg en dat het belangrijk was dit goed te plannen, heel goed en dat vond ik lastig. Meer dan eens was ik mezelf het afgelopen jaar, bij de

vorige voorbereiding, voorbij gelopen en dit jaar zou dat echt anders gaan, dacht ik … 


Al maanden van tevoren noteerde ik van alles op briefjes, maar zoals met losse briefjes gebeurde verdwenen ze overal en nergens. Ik werkte me een slag in de rondte, had dubbele briefjes, vond verloren briefjes terug - en dan wist ik niet meer zeker of ik het nu afgehandeld had of niet -, en ontdekte steeds opnieuw dingen die nog moesten gebeuren. Toen ik het overzicht min of meer kwijt was bedacht ik me dat het misschien handig was de briefjes op te hangen. Als een soort van afstreeplijst hingen ze vervolgens op onze platte wandradiator, dezelfde die in de winter zo heerlijk warm voelde in je rug als je er heerlijk tegenaan geleund stond, bij voorkeur met een kopje thee. Sticky notes dus en het stond nog vrolijk ook, al die gele en daarna rose briefjes. 


De verwarming was lang dus konden er veel briefjes op, maar zover kwam het niet. Uiteindelijk hingen er een stuk of veertig, al was de aanblik daarvan al genoeg om in de stress te schieten, en stress en ik … die gaan niet goed meer samen. Ik deed mijn best maar blijkbaar té, want binnen een week werd ik ziek. Mijn brein voelde zich overvraagd en ik had het niet door dus werd ik een soort van uitgeschakeld. Dagen lag ik plat, volledig overprikkeld en moe tot in mijn kleinste teentjes. Uiteindelijk besloot ik de briefjes kritisch te benaderen, met bij elk briefje de vraag of ik dit echt nu moest doen, een tactiek die ik in de revalidatie al geleerd had, maar soms ook gewoon nog weer vergat. Ik stelde dus bij elk briefje de vraag ‘Moet ik dit nu doen’ en verlegde de klemtoon bij elk woord. Het resulteerde erin dat ik een aantal briefjes lekker vlot weg kon werken, zónder ze gedaan te hebben. Het ruimde lekker op! 


Uiteindelijk had ik mijn systeem in de vingers, had ik door hoe het werkte en dat zorgde ervoor dat er een aantal dagen voor vertrek nog één briefje hing, een beetje eenzaam en alleen, dat dan weer wel. Het was een briefje voor de allerlaatste dag, een briefje dat ik echt niet mocht vergeten dus bleef het hangen, tot de zaterdag voor vertrek. 


Als ik eerlijk was zag ik best een beetje tegen de reis op; het was niet eens zozeer de lange zit, maar meer de drukte en de daardoor ontstane prikkels zaten me behoorlijk en al vooraf in de weg. En toch wilde ik; Frankrijk was prachtig, ik wilde wel even wat anders en bovendien had mijn man zijn vakantie ook wel verdiend. Van tevoren at ik mijn passiebloemetjes en kreeg ik de tip reistabletten te gebruiken tegen de overprikkeling. Goed voorbereid en alles klaar, dus konden we op reis! 


De eerste dag verliep vlot; het was rustig op de weg - je kon rustig een kanon afschieten en dan raakte je nog niemand - en ik vond het heerlijk. Regelmatige stops met een lekker bakje koffie, een broodje of iets lekkers en we konden weer. We arriveerden op tijd op onze overnachtingscamping, 

een camping die we al heel wat jaren kenden en die ons goed beviel. Net gesetteld barstte het los, de regen viel met bakken uit de lucht en stroomde de camping over. Geen punt op zich, morgen was het weer droog en omdat we al een reis achter de rug hadden doken we er vroeg in. 


De tweede dag verliep in eerste instantie goed, heerlijk geslapen, lekker ontbeten en fit weer op pad. Opnieuw was het rustig op de weg, het weer was weer goed en we schoten lekker op … tot een kilometer of wat voor de camping. De navigatie klopte niet, stuurde ons weggetjes in waar je met een caravan niet wilde rijden - en dat deden we dus ook niet -  en dus raakten we het spoor een beetje bijster. 


Inmiddels hadden we contact met de campingeigenaar, die ons - zoals het leek - de goede richting wees. Opgelucht dat we er bijna waren ging het vervolgens behoorlijk mis. Een harde, heel harde knal en vervolgens een misselijkmakend gekras zorgden ervoor dat bij mij alle alarmbellen gingen rinkelen. Ik had zo’n knal al eerder gehoord en meegemaakt en het beloofde weinig goeds. De herinneringen aan toen waren plots weer volop aanwezig. Niet weer, niet nog een keer …. 


De auto uit en rennend naar de caravan ging ik bijna tegen de vlakte, ik struikelde maar kon mezelf nog opvangen. Vervolgens stond ik, volledig ontgoocheld en vol afgrijzen te kijken: Naar de caravan, naar de ontstane schade, naar de losgetrokken delen, het achterlicht dat op de grond gevallen was, de krassen, het verwrongen metaal en de deuk. Onze spiksplinternieuwe caravan, ons mooie en fijne huisje-op-wielen, net een week oud, gehavend, gebroken, kapot. 


De ontreddering, het ongeloof en de wanhoop, ook op Erik’s gezicht, vergat ik nooit meer. Ik was het volledig kwijt, mijn brein ontplofte en de tranen stroomden me over mijn wangen.  Als ik niet beter wist leek het nog op een feestje want muziek kreeg ik er gratis bij; de fluittoon in mijn oren speelde samen met het gebonk in mijn hoofd en dus had ik mijn eigen orkest. 


Inmiddels had ik opnieuw - huilend - de eigenaar van de camping aan de telefoon die vervolgens besloot ons maar te komen halen omdat we bijna letterlijk, maar zeker figuurlijk de weg een beetje kwijt waren. De caravan reed nog wel en dus konden we - nadat er het een en ander geregeld was - onze tot dan toe perfect verlopen reis voor de laatste kilometers vervolgen, al reed ik het liefst direct al die lange kilometers weer naar huis. 


Op de camping werden we met een glaasje water opgevangen, werd de caravan op de plek gezet - wat moesten we ook anders -, namen we diezelfde avond nog contact op met onze verzekering en werden we direct doorgeschakeld naar de alarmcentrale. Hartverwarmend was het, de hulp, het meedenken en het ontzorgen, want dat was wat ze probeerden te doen, al was dat met mijn overlopende brein behoorlijk lastig. 


De dagen erna kwam er weinig uit onze vingers, was er regelmatig contact met onze contactpersoon en probeerden we nog enigszins te genieten; genieten in de vorm van een lekker broodje of een bordje goede pasta, want eten moesten we toch. Het kasteel ernaast lieten we links liggen, geen zin … de lol was er voor ons wel af, al kwam dat vooral omdat ik het allemaal niet kon plaatsen. 


Hoe confronterend was het ook weer dat de overload aan informatie, het tempo waarmee alles geregeld moest worden, en waar je dus geen invloed op hebt, ervoor zorgden dat het allemaal te snel ging. Ik werd er zo moe van dat er niets meer uit mijn handen kwam en bovendien, die kapotte caravan was al helemaal geen fijn gezicht. Dat ik niet begrepen werd merkte ik ook nu wel weer, al deden ze op de camping wel hun best. Natuurlijk was het materieel, natuurlijk kwam het goed, maar vertel dat dan maar eens aan een brein dat de weg kwijt is. 


Uiteindelijk besloten we na overleg dat het beter was naar huis terug te keren. De geboden optie, vervangend verblijf en dus een andere caravan of hotel, zagen we door mijn situatie niet zitten. Het zou betekenen dat we meerdere keren onze spullen moesten gaan verhuizen; van caravan naar huisje, caravan of in het - voor ons - ergste geval een hotel, daarna weer naar de eventueel volgende locatie of weer naar onze eigen caravan als een noodreparatie mogelijk zou zijn. 


Die noodreparatie werd gezien de best flinke schade al twijfelachtig, dus werd besloten de caravan te repatriëren en zouden we zelf huiswaarts keren. Hoe lastig in het ook vond onze caravan achter te laten, ik leverde met tranen in mijn ogen de sleutels in, ik moest erop vertrouwen dat het goed zou komen, dat ons eigen huisje over een week of drie veilig in Nederland zou arriveren. 


Eenmaal thuis dook ik mijn bed in en sliep, met pijnstillers en de brainwave, uren aan een stuk om vervolgens brak, duizelig en licht in mijn hoofd uit bed te stappen. Het was alsof ik zeeziek was, ik hield me vast aan de muur en kwam uiteindelijk veilig beneden. Mijn buurvrouw die even een kijkje kwam nemen zag het aan me en benoemde het ook: ‘Meid, ik zie het gewoon aan je, je ogen vliegen alle kanten op’. Niet gek dus dat ik het gevoel had dronken te zijn. 


Het was één van onze kortste vakanties ooit en dat in een land waar we altijd zo van genoten. Ik was er voor nu ook wel even klaar mee, volgend jaar maar een rondje Nederland. De komende weken genieten we van onze prachtige tuin - en kan ik de Agapanthussen dus nu wél zien bloeien -, genieten we van lekker eten, rust, onze beestenboel én vieren we een klein feestje omdat onze dochter prachtig geslaagd is. 


Eén ding bleek nu echter ook wel weer: Saai was het bij en met ons in elk nooit … 

Reacties

  1. Jacqueline Grift19 juni 2023 om 13:36

    Jeetje Renate! Wat een verhaal! Jullie hebben weer een hoop pech .
    Er blijft jullie ook niets bespaard.
    Gelukkig hebben jullie elkaar om op terug te vallen maar weet dat als je een luisterend oor nodig hebt ook wij er voor jullie zijn!
    De caravan is altijd te vervangen jij niet denk daaraan!
    Ik hoop dat jullie van de vakantie in eigen land toch nog een beetje kunnen genieten en met de kids een mooie herinnering kan maken nu ze zijn geslaagd!
    Dus denk eraan bij behoefte mag je altijd bellen (als ik niet aan het werk ben, want ben bijna weer de hele dinsdag en woensdag aan het werk)
    Heel veel sterkte met alles en hou je rustig voor zover je brein en lijf dat toelaten. Een hele dikke kus van ons voor jullie allemaal 😘😘😘😘

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een verhaal!!! Onvoorstelbaar wat dit voor impact moet hebben gehad op jullie. Letterlijk en figuurlijk een klap.
    Wens jullie heel veel sterkte en liefs ❤️ ❤️

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Och Renate! Wat naar! We hebben het afgelopen week nog over jullie gehad samen. Dat we zo hoopten dat jullie zouden genieten in Frankrijk.
    Heel veel sterkte! Ook voor Erik 😔.
    Liefs!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts