Say cheese …

In het dorp zat sinds een jaar of wat een nieuwe kaaswinkel. Niet zo eentje van een keten, maar een kleine zelfstandige. Een gezellige winkel was het, met een mooie inrichting, een fijne sfeer, goede producten en leuke eigenaren met passie voor hun vak. Het was een winkel waar ik graag kwam, vanwege de sfeer, de uitstraling, de klantvriendelijkheid en bovendien was ik gek op kaas. Eén en een was dus twee. Kaas dus en hoe harder het stonk, hoe beter het was. 

Ik vergat nooit meer die ene keer daar in het zuiden van Frankrijk, daar waar we op het gezellige, piepkleine en kneuterige marktje kaasjes kochten. Stinkende kaasjes, waarvan de buitenkant vol zat met schimmel in alle kleuren van de regenboog. Het klonk ranzig en niet zo’n beetje ook maar dat was het dus niet; hoe harder ze stonken, hoe beter ze waren, die zelfgemaakte boeren kaasjes. 


De kaasjes werden verkocht door een oud Frans manneke van een jaar of negentig, met een alpino petje op zijn hoofd en vrolijk twinkelende ogen eronder. Hij maakte de kaasjes zelf, vertelde enthousiast en liet de kaasjes proeven. Dat ik in die tijd nog weinig Frans sprak - het was één van onze eerste jaren in Frankrijk - deed er niet toe; we begrepen elkaar zo ook. 


Terug op de camping belandden de kaasjes in de koelkast, wachtend op het goede moment om ze, zittend in het Franse zonnetje met een stokbroodje - pardon, baquette - te eten. Een lekker wit wijntje, een heerlijke plek, vakantie en een stralende dag … genieten was het, daar op die berg. 


Overigens was het kaasje in de koelkast even vergeten en toen ik de tent in liep en er vervolgens weer uit, flapte ik er spontaan uit ‘Zo zeg, zijn dat jouw schoenen die zo stinken!?’ Hilariteit alom. Kaas dus, en we genoten er van. Gewoon op een simpele boterham, als borrelhapje of als fondue, kaas was altijd goed.


Op een doodgewone vrijdag besloot ik om, samen met een goede vriend van ons, een kaasje te gaan kopen. Het werd een Langres, een heerlijk Frans - hoe kon het ook anders - kaasje. Om dat kaasje nog wat extra smaak mee te geven kreeg ik er een pipetje met een paar druppels likeur erbij. De uitleg die er bij hoorde ontging me vervolgens volledig; ik staarde naar het pipetje, vervolgens naar de kaas en daar bleef het dan ook bij. Het kwartje viel maar niet en dus nam mijn metgezel het over en nam de informatie mee. Had hij dat niet gedaan, dan stond ik daar nu misschien nog. 


Een ander moment in dezelfde winkel - inmiddels mijn favorietje - kwam, toen me werd verteld dat ik van het gekozen stuk kaas mooi driehoekjes kon snijden voor op de plank. Ik keek naar de kaas, vervolgens naar de verkoopster en toen weer naar de kaas. 


Driehoekjes? Hoe sneed ik in ‘s hemelsnaam driehoekjes van een plak kaas? De verwarring aan de andere kant van de toonbank was net groot als die van mij; hoezo begreep ik dat niet? 


Nadat we elkaar even aan stonden te kijken - de verkoopster en ik - viel bij mij heel heel langzaam het kwartje dat zij natuurlijk helemaal niet begreep waarom ik zo reageerde. Ik schoot in de lach, legde het uit en besloot er gewoon maar blokjes van te snijden . De theorie van de driehoekjes ging er bij mij niet in en bovendien … blokjes smaakten ook meer dan prima. 


Inmiddels was ik wel bekend met hoe het voor mij werkte als ik kaas ging halen, en toch had ik het soms gewoon niet in de hand. Dan stond ik in de winkel, pakte wat ik nodig had en wachtte op mijn beurt. Hoewel ik mijn oordoppen droeg en het altijd een gokje bleef wanneer ik ging - ook al koos ik altijd voor een in principe rustig tijdstip - toch bleek het deze keer behoorlijk druk. 


Op het moment dat ik aan de beurt was werd ik bijna overlopen door een energieke dame die in rap Duits begon te vertellen wat ze wilde. En hoewel het mijn beurt was en ik echt niet op mijn mondje gevallen was, ging ik uit. De drukte, de warmte, het wachten en het brutale voorkruipen zorgden ervoor dat de emmer over liep. Ik legde mijn spullen terug, draaide me om en liep de winkel uit. 


Eenmaal thuis voelde het naar; mijn hoofd dat over liep, de overprikkeling en als klap op de vuurpijl het weglopen wat eigenlijk de beste zelfbescherming was … ik kon niet meer anders, maar toch. 


De keer erop vertelde ik erover, legde uit wat er gebeurde en verontschuldigde me. Opeens viel het kwartje, aan de andere kant. Hij had me gezien, zich afgevraagd of het wel goed met me ging, en had de camerabeelden nog terug gekeken. In dat korte gesprek werd me aangeboden dat ik me - als het me te druk werd - even terug kon trekken, achter in de winkel, in een rustige hoek.


Hoe fijn was het dat dit kon, hoe fijn was het dat er meegedacht werd.  Opnieuw voelde ik dat het soms toch hielp om het even uit te leggen. En hoe lastig ik dat ook vond, weten was vaak ook begrijpen. 


Met een goed gevoel kon ik naar huis, met in mijn tas … een heerlijk kaasje natuurlijk. 

Reacties

Populaire posts