Kwekker-de-kwek …

Een vrolijke kwek was ik altijd wel geweest; ik kletste er makkelijk op los en had ook altijd wel iets te vertellen. Daarbij maakte ik gemakkelijk contact en waren we in een rap tempo in een gezellig gesprek verwikkeld. Dat was eigenlijk altijd al zo geweest en ook in mijn werk deed ik er mijn voordeel mee. Het contact dat snel ontstond, de open blik en houding, en de interesse zorgden ervoor dat ik al snel een band had met mijn leerlingen, mijn collega’s, ouders en de mensen om me heen. 

Af en toe reageerde ik zo snel en adrem en was het dus blijkbaar zo onverwacht dat de verbluffing als snel plaats maakte voor een lach, en soms ook gewoon een slappe lach. Het snelle reageren had ook tot gevolg dat gevonden werd dat ik zo lekker weg hapte, waardoor ik in een mum van tijd weer ‘boven op de kast’ zat. Hilarisch en soms wat gênant, en het bracht in elk geval mijn zwager op het idee me een touwladder te geven tijdens onze huwelijksdag, dan kon ik tenminste weer van de kast afklimmen. 


Naarmate ik ouder werd verminderde mijn eigen gekwek - dat er van nature in zat - , kwam ik in rustiger vaarwater en kwam het luisteren meer op de voorgrond te staan. Ik had me er ook flink in ontwikkeld. Ik bleek best een goede luisteraar, plukte makkelijk de kern uit een gesprek en stelde goede, gerichte vragen. Vragen stellen die een ander aanzetten tot het zelf laten denken - waardoor ze weer verder konden - vond ik fijn om te doen, het paste bij mij. En dat verder kunnen kon op allerlei gebied; een werkopdracht van mijn leerling, een gesprek met een volwassene, een studieopdracht van een vriend … 


Ik hoorde het ook terug; van mijn leidinggevende, van ouders en ook van mensen om me heen. Het werd prettig gevonden, dat fijne luisteren. En ik? Ik kreeg er heerlijke energie van, ik kon er voor een ander zijn, ik kon iets betekenen voor een ander en als ik dan daarna een leerling glimmend trots zag zijn deden we dat samen … trots zijn, want ze hadden het toch maar mooi geflikt. 


Hoe anders was het nu. Natuurlijk praatte en kletste ik nog, natuurlijk luisterde ik nog en toch … 


Hoe vermoeider ik was, hoe meer ik kletste. Sterker nog, ik ratelde er dan gewoon maar een eind op los. Het kostte me moeite hoofd- en bijzaken te onderscheiden, vertelde zo meerdere keren hetzelfde en doorspekte mijn verhaal met zoveel details, dat ik zelfs bij en door de huisarts wel eens afgeremd werd, omdat ik mijn verhaal al duidelijk had gemaakt en hij tenslotte ook een agenda had. Hoe gênant kon het zijn. Ik merkte het zelf en kon er tegelijkertijd ook niet mee stoppen; op zo’n moment had ik echt iemand nodig die me even remde, spraakwaterval als ik dan was. 


Het gebeurde me ook regelmatig dat als iemand me in de rede viel, ik niet meer wist waar ik gebleven was en op zoek moest naar de draad, en vond die dan maar eens terug. Gelukkig lieten de meesten me dan even rustig denken om me - als ik er echt niet meer uit kwam - met één of twee woorden weer op weg te helpen. Zo fijn, om op deze manier ondersteund te worden. 


Een ander opvallend punt was het praten  tegen mezelf, ik deed het volop en regelmatig had ik me afgevraagd wat daar de reden dan van was. Het was toch anders dan het kletsen tegen de kat of hond; dat was gewoon gezellig en er kwam altijd een reactie terug … een kwispelende staart, een kopje tegen mijn been of een liefdevolle miauw en met gezelligheid had dit niets te maken.  


Ik deed het dan ook niet als ik rustig zat, ik deed het vooral als ik ergens mee bezig was, als ik actief was. Het voelde gek en regelmatig werd ik er doodmoe van. Dan deed ik mijn best om stil te zijn maar betrapte ik me erop dat het gewoon weer vanzelf en opnieuw begon. Uiteindelijk kwam ik er in gesprek met mijn ergotherapeut achter dat ik het dus vooral deed om mijn brein te ondersteunen, om mezelf te sturen in wat ik deed, om het op die manier wat eenvoudiger te maken voor mezelf. 


Wat het luisteren betrof … dat was weer van een andere orde. Het bleek heel, heel lastig. Natuurlijk luisterde ik naar een ander en zolang het maar over koetjes of kalfjes ging en het luchtig bleef ging het prima. Maar werd het een gesprek, duurde het langer of werd het iets op de inhoud, dan ging het mis. Het ging me dan te snel, er was teveel informatie, of de vragen kwamen te snel achter elkaar … het kostte me zoveel energie dat de mist in mijn hoofd snel dikker werd. En ondertussen bleef ik mijn best doen het gesprek te volgen. Doodmoe werd ik ervan en dat het zichtbaar was hoorde ik dan ook. Het luisteren werd lastig en het opnemen van de informatie ook waardoor er soms nog uren later flarden boven kwamen. De file was weer behoorlijk geweest … 


Reacties

  1. Prachtig geschreven ❤️ goede zelfreflectie. Van mij een liefdevol compliment, jij blijft maar groeien en jezelf ontwikkelen. Met vallen en opstaan, ervaren en voelen zoals het 't beste beklijft bij mensen met een hersenletsel ❤️ Dikke knuffel knorretje

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts